En dan kijk ik naar zo'n film, en dan ga ik eerst helemaal bedenken hoe dat script er uit zal zien en wat er allemaal beschreven staat en hoe en waarom en wanneer en hoe lang en zo, en dan ga ik verder met kijken en zie ik zo'n mevrouw met haar hoofd tegen een muur aanleunen omdat ze het even niet meer ziet zitten, en dan herken ik dat beeld, want het is een universeel beeld, maar als je het in het écht even niet meer ziet zitten, leun je meestal níet met je hoofd tegen een muur, maar dan gil je misschien wat, of je gooit een lepel iets harder dan gewoonlijk in de bestekla of je smijt de deur wat harder dicht of je zucht eens diep of zo. Evengoed zijn er bijvoorbeeld best momenten in mijn echte leven geweest dat ik even met mijn hoofd tegen een muur of deur aanleunde omdat ik zo verdrietig was of het niet meer zag zitten, maar dan was ik me altijd meteen bewust van het feit dat dat eigenlijk meer een filmbeeld was dan een echte door mijzelf ingegeven actie. Theatraal gedrag, zo zou ik het kunnen noemen.
Maar dat wilde ik allemaal helemaal niet zeggen, ik wilde eigenlijk zeggen dat ik niet op die manier een film wil bekijken, en dat ik dat ook niet de hele tijd heb gedaan, maar dat dat bewustzijn er kennelijk wél voortdurend is...
Dit n.a.v. de film nights in Rodanthe, waarvan op het blogje hier beneden de trailer is te zien. Met Richard Gere, een man om van in zwijm te vallen. Vind ik. Gosj, wat een lekkerdje.
dinsdag 26 mei 2009
JANKEN!
Beetje DeeVeeDeetje gekeken
Nights in Rodanthe (even op klikken voor de trailer.)
Goed voor 5 papieren zakdoekjes en een halve zak chips.
Nights in Rodanthe (even op klikken voor de trailer.)
Goed voor 5 papieren zakdoekjes en een halve zak chips.
NOOIT MEER AAN DENKEN
Met dat noodweer van gisternacht dacht ik opeens aan het door de bijbel beschreven einde der tijden, een vroeger voor mij verschrikkelijk angstaanjagend verhaal, helemaal achterin dat dikke boek. Ik werd er altijd heel erg bang van, dacht bij de minste of geringste donder of bliksem dat het zover was. Mijn grootste angst was altijd dat het zou gebeuren als ik op school was, of in ieder geval daar waar niet mijn geliefden waren. Vroeger was dat ons gezin, met mijn lieve broers en zusjes, mijn paps en mijn mams, en nu is dat mijn eigen gezin. Veel te grote zorgen voor een kleine meid van nog geen tien, en nog steeds veel te groot nu ik al jaren 36 ben.
Ik geloof inmiddels allang niet meer in de heiligheid van de bijbel en zélfs niet meer in het eind der tijden maar o, die angst, die ondefinieerbaar ongrijpbare afschuwelijke angst voor hel en verdoemenis, wat is het toch jammer dat ik daar ooit kennis mee moest maken. Het gaat er nooit helemaal uit, ook al verzet ik me daar met hand en tand tegen. Ik wil en gá niet geloven dat de wereld vergaat op die manier, ik kan en wil mijn kinderen nooit, maar dan ook nooit opzadelen met die verwarrende denkbeelden. Ik wil niet dat dat vat op ze krijgt, ik wil dat onweer gewoon onweer is en bliksem bliksem. Niet meer, niet minder.
En zelf wil ik ook nooit meer denken aan die dingen. Die dingen moeten weg. Heel ver weg!
Ik geloof inmiddels allang niet meer in de heiligheid van de bijbel en zélfs niet meer in het eind der tijden maar o, die angst, die ondefinieerbaar ongrijpbare afschuwelijke angst voor hel en verdoemenis, wat is het toch jammer dat ik daar ooit kennis mee moest maken. Het gaat er nooit helemaal uit, ook al verzet ik me daar met hand en tand tegen. Ik wil en gá niet geloven dat de wereld vergaat op die manier, ik kan en wil mijn kinderen nooit, maar dan ook nooit opzadelen met die verwarrende denkbeelden. Ik wil niet dat dat vat op ze krijgt, ik wil dat onweer gewoon onweer is en bliksem bliksem. Niet meer, niet minder.
En zelf wil ik ook nooit meer denken aan die dingen. Die dingen moeten weg. Heel ver weg!
donderdag 21 mei 2009
VROEG BEGIN
In plaats van dauw te trappen, hebben we vanochtend gedauwzeild. Om vier uur ging de wekker, om vijf uur zaten we in het bootje en iets na half zes zagen we de zon opkomen boven het water. Eerst was hij rood, en daarna werd hij oranje. Hoe hoger hij de hemel in klom, hoe witter hij werd. We dronken een kopje thee met honing, aten bammetjes kaas en pelden een eitje.
Toen was het welletjes. We zeilden een rustig koersje huiswaarts en lagen om half acht weer in ons eigen fijne bedje. Nog heerlijk geslapen tot een uur of tien en vervolgens ontbijt nummer twee naar binnen gewerkt. Lekker dagje zo!
Toen was het welletjes. We zeilden een rustig koersje huiswaarts en lagen om half acht weer in ons eigen fijne bedje. Nog heerlijk geslapen tot een uur of tien en vervolgens ontbijt nummer twee naar binnen gewerkt. Lekker dagje zo!
woensdag 20 mei 2009
GELUKKIG TOCH NOG EVEN GELACHEN
Vandaag was ik in het WKZ in Utrecht om een paar zieke kinderen voor te lezen. Ik ging naar een meisje dat in bed lag. Zes jaar, aan allemaal toeters en bellen. Ze keek me aan en moest er even over nadenken of ze eigenlijk wel zin had om naar me te luisteren. Ze besloot dat ze dat wel wilde. Eventjes dan.
' Als ik dood ben wil ik een vogel zijn. En jij?' was het eerste wat ze me vroeg.
Ik zei dat ik vandaag niet van plan was om dood te gaan en dat ik daar dus niet echt over na had gedacht.
' En mama moet een eend worden,' ging ze verder.
' Wil mama dat?' vroeg ik.
Mama knikte. Ja hoor, ze wilde wel een eend zijn.
'Dan pak ik een wormpje. Met m'n snavel.'
'Ja?' vroeg ik.
Ze knikte, met een mager lachje erbij.
'Ik durf geen wormen te pakken,' zei ik. ' Ook geen kikker. Maar Daan uit dit boek, durft wel een kikker te pakken. Wil je het horen?'
Ze knikte.
Ik pakte mijn boek en begon voor te lezen over Daan die dacht dat hij een koning was. Dwars door haar morfine heen moest ze lachen. En papa en mama ook. Gelukkig!
' Als ik dood ben wil ik een vogel zijn. En jij?' was het eerste wat ze me vroeg.
Ik zei dat ik vandaag niet van plan was om dood te gaan en dat ik daar dus niet echt over na had gedacht.
' En mama moet een eend worden,' ging ze verder.
' Wil mama dat?' vroeg ik.
Mama knikte. Ja hoor, ze wilde wel een eend zijn.
'Dan pak ik een wormpje. Met m'n snavel.'
'Ja?' vroeg ik.
Ze knikte, met een mager lachje erbij.
'Ik durf geen wormen te pakken,' zei ik. ' Ook geen kikker. Maar Daan uit dit boek, durft wel een kikker te pakken. Wil je het horen?'
Ze knikte.
Ik pakte mijn boek en begon voor te lezen over Daan die dacht dat hij een koning was. Dwars door haar morfine heen moest ze lachen. En papa en mama ook. Gelukkig!
dinsdag 19 mei 2009
GRRRR
In plaats van woorden maar weer eens de donderwolk tevoorschijn gehaald.
En waar heeft het mee te maken?
Juist ja, met tennis.
Dit keer om een balletje, ik zeg, een bálletje.
Of althans, om de afdruk van dat balletje. Dat afdrukje raakte de lijn, dat mochten we komen bekijken, dat zagen we allemaal. Legt die múts van een tegenstandster de bal op de afdruk en zegt ze dat de bal zélf de lijn niet raakt. Nee, zeg ik, dat klopt, maar het is de afdruk die telt. Die bal wordt in elkaar gedrukt door de stuiter en als de afdruk van die bal de lijn raakt, heeft de bal de lijn geraakt en telt ie dus als in. Nou, dat was niet waar, vonden de dames. Ik dacht, fuck dat balletjesdingafdrukgeval, we spelen wel een let. (dan doe je de punt over en dat was dus nog heel coulant van ons)
En toen begonnen ze te zeuren en te zeiken en te miepen en te jennen en onsportief te doen. En jennen en onsportief gedrag, dat moet je niet doen bij Margrietje. Daar kan ze helemaal niet tegen. Daar raakt ze volledig van door het lint. Dan roept ze allemaal lelijke dingen zoals dat ze de stukjes kaas die we straks gaan krijgen in hun reet kunnen stoppen. Dan gaat Margrietje bij elke bal zeggen dat ie 29 centimter uit is of 13 of 23 en of ze dat willen komen bekijken en zo. Dan gaat Margrietje rammen als een dolle en allemaal aces slaan en nooit maar dan ook nooit meer lachen of vriendelijk doen tegen haar tegenstanders. Dan ramt Margrietje samen met haar partner de hele bliksemse bende zonder ook maar één greintje compassie voor de tegenstander naar een klinkende overwinning en geeft ze de grootste onsportieveling uiteindelijk geen hand. En da's niet aardig van Margrietje, maar dat kan haar geen ene mallemoer schelen, want onsportief gedrag, daar kótst ze van.
Een donderwolk dus.
Alweer.
Nog één keer een wedstrijd, volgende week, en dan is het gelukkig weer klaar.
vrijdag 15 mei 2009
TROUWEN
Mijn buurmeisje gaat trouwen vandaag. Achterin de tuin van haar ouders staan 2 grote partytenten. Slim, want het weer wil waarschijnlijk regenen vandaag, zeggen mensen die er voor geleerd hebben en er alsmaar over praten op tv en radio.
Ik heb er overigens niet zoveel mee, met trouwen.
Ja, leuk feestje, lekkere hapjes, mooie kleren, dat is dan allemaal wel vermakelijk, maar verder denk ik altijd maar zo dat je toch vooral zelf moet zien te onthouden dat je serieus met iemand bent en dat diegene de allerliefste voor je is.
Ik denk hoe dan ook niets extra's te zullen voelen door een papiertje van de wet, voorgelezen door een of andere ambtenaar die je het dagelijks leven onaangenaam lastig maakt met gezeur en gezever over dakjes die over een trappetje moeten, boompjes die niet omgezaagd hadden mogen worden of muurtjes die eigenlijk niet gebouwd hadden mogen worden. Je denkt toch niet dat ik serieus zou kunnen luisteren naar zo'n pipo, he.
Nee, trouwen, daar doe ik niet meer aan.
Ik ben daar veel te eigenwijs voor, en bovendien weet ik uit ervaring dat zelfs trouwen niet garant staat voor een lang en gelukkig leven met een en dezelfde partner.
Aldus bepokt en bemazeld door het levendige leven herself ga ik vanmiddag toch naar buurmeisje toe om te kijken hoe ze intens gelukkig en vol overgave ja zal zeggen op de vraag of ze haar leven lang getrouw en oprecht aan alle plichten wil voldoen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt.
En dan ben ik toch ook wel weer zo'n muts die, ondanks haar bezwaar tegen het huwelijk, zomaar zou kunnen gaan sniffen tijdens zo'n ja-woord. Een beetje hoor, niet echt veel en niet echt hard. Een drupje, een snufje misschien. Dus toch maar een zakdoekje mee, voor het geval dat...
Ik heb er overigens niet zoveel mee, met trouwen.
Ja, leuk feestje, lekkere hapjes, mooie kleren, dat is dan allemaal wel vermakelijk, maar verder denk ik altijd maar zo dat je toch vooral zelf moet zien te onthouden dat je serieus met iemand bent en dat diegene de allerliefste voor je is.
Ik denk hoe dan ook niets extra's te zullen voelen door een papiertje van de wet, voorgelezen door een of andere ambtenaar die je het dagelijks leven onaangenaam lastig maakt met gezeur en gezever over dakjes die over een trappetje moeten, boompjes die niet omgezaagd hadden mogen worden of muurtjes die eigenlijk niet gebouwd hadden mogen worden. Je denkt toch niet dat ik serieus zou kunnen luisteren naar zo'n pipo, he.
Nee, trouwen, daar doe ik niet meer aan.
Ik ben daar veel te eigenwijs voor, en bovendien weet ik uit ervaring dat zelfs trouwen niet garant staat voor een lang en gelukkig leven met een en dezelfde partner.
Aldus bepokt en bemazeld door het levendige leven herself ga ik vanmiddag toch naar buurmeisje toe om te kijken hoe ze intens gelukkig en vol overgave ja zal zeggen op de vraag of ze haar leven lang getrouw en oprecht aan alle plichten wil voldoen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt.
En dan ben ik toch ook wel weer zo'n muts die, ondanks haar bezwaar tegen het huwelijk, zomaar zou kunnen gaan sniffen tijdens zo'n ja-woord. Een beetje hoor, niet echt veel en niet echt hard. Een drupje, een snufje misschien. Dus toch maar een zakdoekje mee, voor het geval dat...
donderdag 14 mei 2009
EIGEN MANIER
Discipline valt te leren, maar moelijk is het wel.
Volgens mij begint discipline met een voornemen. Zo duidelijk mogelijk, compleet met doelen en acties. Daarna begint de uitvoering en dat kan alleen als je streng bent voor jezelf. Dus tóch maar die wekker zetten, uit je bed komen, eten en dan maar gewoon beginnen. Stapje voor stapje, niet meteen de hele berg willen overzien, maar de hele meuk bewerken tot hapklare brokken
Dat vertelde ik Zoonlief gisteren, die op dit moment niet tevreden is met de dingen die hij doet. Ik vertelde hem dat het soms hangen en wurgen is, maar dat het een onbeschrijflijk fijn gevoel is om toch de dingen te doen die je je hebt voorgenomen, ook al is het moeilijk of lijkt iets onbereikbaar.
Ik vertelde hem ook dat als het echt heel erg moeilijk lijkt, als je zorgen te groot en onontkoombaar voor je lijken te zijn, dat het dan wel eens kan helpen om 's nachts even in de sterren te staren. Liggend op het gras of vanaf een bankje aan de waterkant te staren naar die oneindige grote ruimte om je heen. Dat je het besef krijgt van het feit dat wij mensen maar een heel klein stipje zijn in een onmenselijk groot universum. Dat al die zorgen in je koppie eigenlijk heel klein zijn als je ze in het licht van het universum bekijkt. Dat je de ruimte op je in laat werken en je vanzelf wat lichter wordt. Dat het zo zou kunnen werken, voor sommigen, dat het kan.
Hij knikte en zuchtte, dacht na en draaide op zijn stoel.
Misschien heb je gelijk, zei hij.
Misschien, zei ik.
Even later stond hij op en ging hij het gras maaien.
Ongevraagd, spontaan.
Misschien is dat zíjn manier om orde op zaken te stellen en de boel op een rijtje te krijgen.
Dat kan.
Dat zou heel best kunnen.
Ieder heeft tenslotte zijn eigen manier.
Volgens mij begint discipline met een voornemen. Zo duidelijk mogelijk, compleet met doelen en acties. Daarna begint de uitvoering en dat kan alleen als je streng bent voor jezelf. Dus tóch maar die wekker zetten, uit je bed komen, eten en dan maar gewoon beginnen. Stapje voor stapje, niet meteen de hele berg willen overzien, maar de hele meuk bewerken tot hapklare brokken
Dat vertelde ik Zoonlief gisteren, die op dit moment niet tevreden is met de dingen die hij doet. Ik vertelde hem dat het soms hangen en wurgen is, maar dat het een onbeschrijflijk fijn gevoel is om toch de dingen te doen die je je hebt voorgenomen, ook al is het moeilijk of lijkt iets onbereikbaar.
Ik vertelde hem ook dat als het echt heel erg moeilijk lijkt, als je zorgen te groot en onontkoombaar voor je lijken te zijn, dat het dan wel eens kan helpen om 's nachts even in de sterren te staren. Liggend op het gras of vanaf een bankje aan de waterkant te staren naar die oneindige grote ruimte om je heen. Dat je het besef krijgt van het feit dat wij mensen maar een heel klein stipje zijn in een onmenselijk groot universum. Dat al die zorgen in je koppie eigenlijk heel klein zijn als je ze in het licht van het universum bekijkt. Dat je de ruimte op je in laat werken en je vanzelf wat lichter wordt. Dat het zo zou kunnen werken, voor sommigen, dat het kan.
Hij knikte en zuchtte, dacht na en draaide op zijn stoel.
Misschien heb je gelijk, zei hij.
Misschien, zei ik.
Even later stond hij op en ging hij het gras maaien.
Ongevraagd, spontaan.
Misschien is dat zíjn manier om orde op zaken te stellen en de boel op een rijtje te krijgen.
Dat kan.
Dat zou heel best kunnen.
Ieder heeft tenslotte zijn eigen manier.
dinsdag 12 mei 2009
NIEUWE DINGETJES
Ik heb het misschien gevonden, jongens.
Een doel in mijn leven, een nieuwe uitdaging, een manier om te ontsnappen aan de waan van alledag. Ik heb het niet over een nieuwe man, ook niet over een cabrio, maar over een heuse opleiding. En niet zomaar een opleiding, maar een vakopleiding tot scenarioschrijver.
Leuk in Amsterdam, 4 blokken van 7 weken met daarin elk 10 lesdagen waarin je veel leert en zegt en luistert en schrijft en doet en zucht.
Want zuchten hoort erbij. Zuchten hoort overal bij, zelfs bij leuke dingen.
Maar o, wat heb ik zin om te zuchten in Amsterdam. Ik heb zin om goede, gerichte feedback te ontvangen van mensen die er verstand van hebben, ik heb zin om contact te hebben met medeschrijvers, ik heb zin om iedere week naar Amsterdam te gaan om daar te leren over allerlei facetten die bij het maken van een script/scenario/verhaal/soap/serie/toneelstuk komen kijken.
De 2 grootste struikelblokken zijn de prijs en de te investeren tijd. Nog maar even goed over nadenken dus...
Een doel in mijn leven, een nieuwe uitdaging, een manier om te ontsnappen aan de waan van alledag. Ik heb het niet over een nieuwe man, ook niet over een cabrio, maar over een heuse opleiding. En niet zomaar een opleiding, maar een vakopleiding tot scenarioschrijver.
Leuk in Amsterdam, 4 blokken van 7 weken met daarin elk 10 lesdagen waarin je veel leert en zegt en luistert en schrijft en doet en zucht.
Want zuchten hoort erbij. Zuchten hoort overal bij, zelfs bij leuke dingen.
Maar o, wat heb ik zin om te zuchten in Amsterdam. Ik heb zin om goede, gerichte feedback te ontvangen van mensen die er verstand van hebben, ik heb zin om contact te hebben met medeschrijvers, ik heb zin om iedere week naar Amsterdam te gaan om daar te leren over allerlei facetten die bij het maken van een script/scenario/verhaal/soap/serie/toneelstuk komen kijken.
De 2 grootste struikelblokken zijn de prijs en de te investeren tijd. Nog maar even goed over nadenken dus...
maandag 11 mei 2009
VRESELIJK
Zit ik achter mijn computer, startklaar om te schrijven, weet ik opeens niet wat ik schrijven moet. Alle deadlines zijn gehaald, al het werk is klaar. Een zee van ruimte om te schrijven wat ik wil, maar juist in die zee verzuip ik.
Ik sta op, pak een glas water, ga naar de wc, rook een sigaret, doe een spelletje, probeer eens dit, doe eens dat, maar niets lijkt op iets. Ik begin me te ergeren aan mezelf, raak gefrustreerd, kijk naar buiten en zie dat het waait terwijl de zon schijnt. Dat kan ook best, de zon die schijnt, de wind die waait. Het kan allemaal tegelijk en het kost nog niets ook.
Een veegwagen komt langs, ik doe de radio aan, uit, aan, uit, laad mijn ipod op, zie een blond meisje bellend over straat gaan, print een tekening uit van een oma die vissticks bakt.
Ik denk aan gisteren, aan eergisteren, aan volgende week, aan ooit en nooit en toen en nu. Ik verschuif op mijn stoel, kijk op de klok, wrijf met mijn handen over mijn gezicht, rook de laatste sigaret, pluk een pluisje van mijn shirt.
Er zitten zat verhalen in mijn hoofd, maar waar is het begin? Het is zoeken, zuchten, vluchten. Teveel mogelijkheden, teveel chaos, teveel plannen, te weinig doelen, te dit, te dat, te zus, te zo.
Solexje gereden, gevaren, geslapen, getennist, gebeld, wasje gehangen en wat zal ik eens eten vanavond.
Vreselijk, dit.
Echt vreselijk.
Ik sta op, pak een glas water, ga naar de wc, rook een sigaret, doe een spelletje, probeer eens dit, doe eens dat, maar niets lijkt op iets. Ik begin me te ergeren aan mezelf, raak gefrustreerd, kijk naar buiten en zie dat het waait terwijl de zon schijnt. Dat kan ook best, de zon die schijnt, de wind die waait. Het kan allemaal tegelijk en het kost nog niets ook.
Een veegwagen komt langs, ik doe de radio aan, uit, aan, uit, laad mijn ipod op, zie een blond meisje bellend over straat gaan, print een tekening uit van een oma die vissticks bakt.
Ik denk aan gisteren, aan eergisteren, aan volgende week, aan ooit en nooit en toen en nu. Ik verschuif op mijn stoel, kijk op de klok, wrijf met mijn handen over mijn gezicht, rook de laatste sigaret, pluk een pluisje van mijn shirt.
Er zitten zat verhalen in mijn hoofd, maar waar is het begin? Het is zoeken, zuchten, vluchten. Teveel mogelijkheden, teveel chaos, teveel plannen, te weinig doelen, te dit, te dat, te zus, te zo.
Solexje gereden, gevaren, geslapen, getennist, gebeld, wasje gehangen en wat zal ik eens eten vanavond.
Vreselijk, dit.
Echt vreselijk.
vrijdag 8 mei 2009
WASJE
Gisteravond deed ik een donkere was in de wasmachine.
Oudste Zoon kwam aangesneld met een spijkerbroek.
'Kan die er nog bij, mam?' vroeg hij.
'Eigenlijk niet,' zei ik.
'Maar mam, het is een VIE-AI-PIE.'
'VIE-AI-PIE?' vroeg ik.
'Very Important Pants.'
Oudste Zoon kwam aangesneld met een spijkerbroek.
'Kan die er nog bij, mam?' vroeg hij.
'Eigenlijk niet,' zei ik.
'Maar mam, het is een VIE-AI-PIE.'
'VIE-AI-PIE?' vroeg ik.
'Very Important Pants.'
woensdag 6 mei 2009
OORTJES
We waren in het klimbos in Apeldoorn.
De begeleiding had zwarte oordoppen in. Oortjes, zeg maar. Vrij groot, om de oorschelp heen.
Na een tijdje geklommen te hebben (ik niet hoor, ik bijna niet, ik ben na boom 4 uit het parcours gehaald met een ládder notabene) merkte ik op dat het daar toch maar mooi geregeld was met die draadloze communicatiesetjes van iedereen.
'O,' zei Zoontje verbaasd, 'ik dacht dat ze allemaal slechthorend waren.'
Voor meer info over het Klimbos in Apeldoorn, klik hier
De begeleiding had zwarte oordoppen in. Oortjes, zeg maar. Vrij groot, om de oorschelp heen.
Na een tijdje geklommen te hebben (ik niet hoor, ik bijna niet, ik ben na boom 4 uit het parcours gehaald met een ládder notabene) merkte ik op dat het daar toch maar mooi geregeld was met die draadloze communicatiesetjes van iedereen.
'O,' zei Zoontje verbaasd, 'ik dacht dat ze allemaal slechthorend waren.'
Voor meer info over het Klimbos in Apeldoorn, klik hier
dinsdag 5 mei 2009
VRIJHEID
Ja, natuurlijk hang ik de vlag uit vandaag.
Want ik ben blij dat ik in vrijheid mag leven.
Ik mag alles doen wat ik wil zolang het de mensheid maar niet schaadt, alles zeggen wat ik wil, alles denken wat ik wil, zonder daarvoor gestraft te worden of bang te hoeven zijn.
Dat is een groot goed.
Dat is het beste wat een mens kan overkomen!
Want ik ben blij dat ik in vrijheid mag leven.
Ik mag alles doen wat ik wil zolang het de mensheid maar niet schaadt, alles zeggen wat ik wil, alles denken wat ik wil, zonder daarvoor gestraft te worden of bang te hoeven zijn.
Dat is een groot goed.
Dat is het beste wat een mens kan overkomen!
vrijdag 1 mei 2009
WAAR ZIJN WE IN BELAND
Het was nogal een ingewikkelde dag gisteren. Vol goede moed en blij van zin richtten we ons kraampje op de vrijmarkt in. Eerst was vriendlief zo goed om aan de ene kant wat ruimte weg te geven aan een werkelijk schattig meisje en later deed ik hetzelfde met de andere kant, totaal niet bevroedend dat dat een typisch geval zou worden van geef één vinger, dan pakken ze de hele hand. Balen.
Maar goed, 't was Koninginnedag, niet zeuren dus en lang leve de lol.
De dag ving langzaam aan. De mensenmassa kwam wat traag op gang en wát er kwam waren mensen die alles eigenlijk gewoon gratis wilden. Hoewel al spotgoedkoop geprijsd, was het hen toch te veel. Hebberigheid ten top.
Slechts een enkeling was geïnteresseerd in iets anders dan koopjes, dus mijn geweldig originele initiatief van voorlezen werd nauwelijks gewaardeerd. Men had haast, wilde scoren, kwam voor de koopjes en niet voor de lol. Men vond het raar, of eng, ze kéken niet eens. Gelukkig kwamen er af en toe lieve vrienden langs die, om mij een plezier te doen, welwillend plaatsnamen in mijn stoel, maar dat waren dan ook eigenlijk mijn enige klanten.
Mijn humeur daalde per seconde, de moed en zin verdwenen als sneeuw voor de zon en opeens was daar het moment dat ik een hekel had aan mensen in het algemeen en aan Harderwijkers in het bijzonder. Hebberige Harderwijkers, suffe mensen die niet voor de lol waren geboren maar voor de heb, niet in voor iets anders, puur belust op goedkoop en veel en snel. Volwassenen die zelfs probeerden af te dingen bij kinderen, echt bah, bah en nog eens bah.
Ik had geen zin meer. Wat mij betreft konden we wel inpakken, wat we dan ook voortijdig hebben gedaan. We hebben alles op één fiets geladen en zijn dwars door de menigte heen naar huis gegaan.
Eenmaal helemaal thuis zetten we de radio aan en hoorden we de berichten uit Apeldoorn. Ik kon er niet meer tegen, kreeg het warm en koud, ben in slaap gevallen op de bank en heb mezelf tegen een uur of half 10 verhuisd naar bed, alwaar ik de beelden heb gezien die jullie vast ook allemaal hebben gezien. Diep onder de indruk sloot ik mijn ogen en viel ik in slaap in niemandsland waar geen hebberige mensenmassa was, en er geen man was met een wilde vogel in zijn hoofd die met volle vaart inreed op publiek. Een welkome afwisseling na een dag vol desillusies.
En vanmorgen werd ik wakker. Niet in het rustige niemandsland, helaas, maar gewoon in Harderwijk, waar de krant op de mat lag met foto's die er niet om liegen.
God, waar zijn we in beland!
Maar goed, 't was Koninginnedag, niet zeuren dus en lang leve de lol.
De dag ving langzaam aan. De mensenmassa kwam wat traag op gang en wát er kwam waren mensen die alles eigenlijk gewoon gratis wilden. Hoewel al spotgoedkoop geprijsd, was het hen toch te veel. Hebberigheid ten top.
Slechts een enkeling was geïnteresseerd in iets anders dan koopjes, dus mijn geweldig originele initiatief van voorlezen werd nauwelijks gewaardeerd. Men had haast, wilde scoren, kwam voor de koopjes en niet voor de lol. Men vond het raar, of eng, ze kéken niet eens. Gelukkig kwamen er af en toe lieve vrienden langs die, om mij een plezier te doen, welwillend plaatsnamen in mijn stoel, maar dat waren dan ook eigenlijk mijn enige klanten.
Mijn humeur daalde per seconde, de moed en zin verdwenen als sneeuw voor de zon en opeens was daar het moment dat ik een hekel had aan mensen in het algemeen en aan Harderwijkers in het bijzonder. Hebberige Harderwijkers, suffe mensen die niet voor de lol waren geboren maar voor de heb, niet in voor iets anders, puur belust op goedkoop en veel en snel. Volwassenen die zelfs probeerden af te dingen bij kinderen, echt bah, bah en nog eens bah.
Ik had geen zin meer. Wat mij betreft konden we wel inpakken, wat we dan ook voortijdig hebben gedaan. We hebben alles op één fiets geladen en zijn dwars door de menigte heen naar huis gegaan.
Eenmaal helemaal thuis zetten we de radio aan en hoorden we de berichten uit Apeldoorn. Ik kon er niet meer tegen, kreeg het warm en koud, ben in slaap gevallen op de bank en heb mezelf tegen een uur of half 10 verhuisd naar bed, alwaar ik de beelden heb gezien die jullie vast ook allemaal hebben gezien. Diep onder de indruk sloot ik mijn ogen en viel ik in slaap in niemandsland waar geen hebberige mensenmassa was, en er geen man was met een wilde vogel in zijn hoofd die met volle vaart inreed op publiek. Een welkome afwisseling na een dag vol desillusies.
En vanmorgen werd ik wakker. Niet in het rustige niemandsland, helaas, maar gewoon in Harderwijk, waar de krant op de mat lag met foto's die er niet om liegen.
God, waar zijn we in beland!
Abonneren op:
Posts (Atom)