Vandaag was ik in het WKZ in Utrecht om een paar zieke kinderen voor te lezen. Ik ging naar een meisje dat in bed lag. Zes jaar, aan allemaal toeters en bellen. Ze keek me aan en moest er even over nadenken of ze eigenlijk wel zin had om naar me te luisteren. Ze besloot dat ze dat wel wilde. Eventjes dan.
' Als ik dood ben wil ik een vogel zijn. En jij?' was het eerste wat ze me vroeg.
Ik zei dat ik vandaag niet van plan was om dood te gaan en dat ik daar dus niet echt over na had gedacht.
' En mama moet een eend worden,' ging ze verder.
' Wil mama dat?' vroeg ik.
Mama knikte. Ja hoor, ze wilde wel een eend zijn.
'Dan pak ik een wormpje. Met m'n snavel.'
'Ja?' vroeg ik.
Ze knikte, met een mager lachje erbij.
'Ik durf geen wormen te pakken,' zei ik. ' Ook geen kikker. Maar Daan uit dit boek, durft wel een kikker te pakken. Wil je het horen?'
Ze knikte.
Ik pakte mijn boek en begon voor te lezen over Daan die dacht dat hij een koning was. Dwars door haar morfine heen moest ze lachen. En papa en mama ook. Gelukkig!
2 opmerkingen:
Ik hoop maar dat ze nog heel ver verwijderd is van dat 'vogeltje worden'.... Jeetje...
Dat hoop ik ook. Wat een mooi stukje, Margriet! Het raakt me echt. Kinderen horen niet zo ziek te zijn. Fijn dat jouw lezen haar afleidde.
Marlies Verhelst
Een reactie posten