Het begon al toen ik in de verte een vrachtboot zag op dat blauwe water. De lucht was fris en ik ook. Daarna zag ik een man met een kop koffie leunend op z'n schutting een praatje maken met zijn buurman die in alle vroegte al iets aan het vertimmeren was. Ik zag twee klompen met hangplanten aan een muur, neppers, ik zag een grote witte eend die me angstvallig in de gaten hield en blazend een paar stapjes achteruit deed toen ik er langs wilde. Ik hoorde vogeltjes fluiten, keek naar binnen in een huis waar twee vrouwen door de kamer scharrelden, de een met een beker in haar hand, de ander bij een tafel met een grote stapel was, zei goedemorgen tegen iemand die een behangtafel door z'n gang aan het wurmen was. Het was een gewone morgen, dacht ik, tot ik voelde wat het met me deed.
Het deed me veel, opeens, maar ik snapte niet precies waarom.
Nu, weer terug in mijn atelier, denk ik dat het iets te maken heeft met de oneindigheid der dingen, dat alles altijd maar doorgaat, met iedereen, of 't nu hier is of daar. Iedereen doet mee aan het leven, de dieren, de mensen, de natuur, stenen, water, bloemen, schuttingen.
Ik ook.
Ik mag zomaar meedoen.
Misschien dat dat het is wat me veel deed.
Ik weet het niet.
Misschien was het wel melancholie. Of geluk. Of gewoon een woensdagmorgen.
1 opmerking:
Of een oestrogenendipje? ;)
Een reactie posten