Benodigdheden:
lieve oude vriend met opgeladen scootmobiel
rollerskates
fietspad langs de waterkant
zwoele septemberavond
Voorbereiding:
Skates aantrekken
zonnebril op
polsbeschermers aan
Uitvoering:
zorgen dat vriend plaatsneemt op scootmobiel
achter scootmobiel gaan staan
hoofdsteun vastpakken
zeggen dat er gas gegeven kan worden
voor de vorm wel een beetje mee-skaten
lachen, roepen en zwaaien naar geamuseerde voorbijgangers
mond dichthouden voor de vliegjes
vrijdag 30 september 2011
woensdag 28 september 2011
dat had je gedroomd
Vannacht had ik een drukke nacht.
Ik droomde namelijk over iets, ik weet niet meer wat, maar dat wat ik droomde moest in ieder geval uiterst precies worden gedroomd. Zó precies dat ik er mal van werd. Ik wilde er wel onder uit, maar nee, nee, nee, dat mocht niet van de droom.
Om een uur of vier werd ik wakker. Ik stiefelde naar de wc, deed een plasje en kroop er weer in, waarna de droom tot mijn grote verbazing gewoon weer verderging bij waar ie gebleven was. Belachelijk vond ik dat, en onnodig ook, want ik wist precies wat er ging gebeuren en wat de uitslag was, maar daar trok de droom zich niets van aan.
'Van begin tot eind, van A tot Z,' was de opdracht.
Voor mijn gevoel heeft het de hele nacht geduurd.
En het achterlijke is dat ik niet eens wát ik nou heb gedroomd. Alleen het einde weet ik nog. Ik was in een stad en wachtte op een bus die alsmaar niet kwam. Het duurde uren en uren. Uiteindelijk was er tóch een bus, maar die bracht me terug, in plaats van heen. Ik zei daar iets over en vervolgens werd ik op een flat gezet, op de 30ste etage, alwaar ik op een balkon in een autowrak zonder dak moest barbequen. Daar zat ik echter niet op mijn gemak en toen werd ik eindelijk wakker, net zo brak als het autowrak.
Prik mij maar lek, jongens.
Ik droomde namelijk over iets, ik weet niet meer wat, maar dat wat ik droomde moest in ieder geval uiterst precies worden gedroomd. Zó precies dat ik er mal van werd. Ik wilde er wel onder uit, maar nee, nee, nee, dat mocht niet van de droom.
Om een uur of vier werd ik wakker. Ik stiefelde naar de wc, deed een plasje en kroop er weer in, waarna de droom tot mijn grote verbazing gewoon weer verderging bij waar ie gebleven was. Belachelijk vond ik dat, en onnodig ook, want ik wist precies wat er ging gebeuren en wat de uitslag was, maar daar trok de droom zich niets van aan.
'Van begin tot eind, van A tot Z,' was de opdracht.
Voor mijn gevoel heeft het de hele nacht geduurd.
En het achterlijke is dat ik niet eens wát ik nou heb gedroomd. Alleen het einde weet ik nog. Ik was in een stad en wachtte op een bus die alsmaar niet kwam. Het duurde uren en uren. Uiteindelijk was er tóch een bus, maar die bracht me terug, in plaats van heen. Ik zei daar iets over en vervolgens werd ik op een flat gezet, op de 30ste etage, alwaar ik op een balkon in een autowrak zonder dak moest barbequen. Daar zat ik echter niet op mijn gemak en toen werd ik eindelijk wakker, net zo brak als het autowrak.
Prik mij maar lek, jongens.
dinsdag 27 september 2011
over pijn zing
De mottige miezerigheid
van deze grijze ochtend
vlakt de ruwe rauwe
randjes af
van gisterens grote zorgen.
van deze grijze ochtend
vlakt de ruwe rauwe
randjes af
van gisterens grote zorgen.
maandag 26 september 2011
verzeten zaterdag
Ik had absoluut geen zin om de zaterdagavond te verzitten.
Ik zag het al voor me: hangend aan de tafel, nippend aan de wijn, op de vlucht voor de tv die vást weer aan zou staan op iets belachelijks.
Ik wilde iets leuks, ik wilde iets onbekends, ik wilde léven potverdrie.
Dus.
Toog ik er op uit met de Kale, de Zus en de Zwager.
Naar de polder gingen we.
Want.
Daar zou een toneelstuk zijn dat er op papier veelbelovend uitzag.
Iets met caravans, vrouwen en verstikking.
'Enig,' zei ik tegen de Zwager die eigenlijk niet zoveel zin had.
Drie kwartier later zaten we aan de koffie in een loods op een industrieterrein.
Het rook er naar aangebrande pizza's.
Verrassend.
Het publiek werd op ludieke wijze opgedeeld in 4 groepjes.
De Kale kwam daardoor in een roze caravan terecht.
Vooraan.
We konden hem allemaal erg goed zien zitten.
Hij zat er mooi.
Zwager, Zus en ik hebben veel naar hem gekeken.
Hij was namelijk interessanter dan het hele stuk bij elkaar.
Man, man, man, wat was het een slecht stuk.
Erbarmelijk!
Ik schaamde me dood dat ik dit uitje verzonnen had
'Mag ik alsjeblieft naar huis?' vroeg de Zwager toen het eindelijk afgelopen was.
'Nog niet,' zei ik, 'eerst drinken we nog een potje bier. Om de boel te vergeten.'
Tja.
Nou.
Eh.
Het was dus een sof, alles.
Het stuk, de polder en het publiek.
We zijn naar huis gegaan, aan de keukentafel beland en gaan drinken.
Rode wijn, rosé en amaretto.
En gaan eten.
Crackers, toost, pesto, kaas, hagelslag en worst.
En toen werd het toch best nog een leuke avond.
'Morgen heb ik een dagje strand verzonnen,' zei ik bij het zwaaien. 'Misschien dat jullie...'
Maar verder kwam ik niet.
Zwager en Zus renden heel hard weg, en de Kale riep dat ik binnen moest komen.
Subiet.
En dat ik even helemaal niets meer mocht verzinnen.
Dat ik gewoon moest gaan slapen.
Tja.
En dat heb ik dan ook braaf gedaan.
Dat had ie wel verdiend.
Ik zag het al voor me: hangend aan de tafel, nippend aan de wijn, op de vlucht voor de tv die vást weer aan zou staan op iets belachelijks.
Ik wilde iets leuks, ik wilde iets onbekends, ik wilde léven potverdrie.
Dus.
Toog ik er op uit met de Kale, de Zus en de Zwager.
Naar de polder gingen we.
Want.
Daar zou een toneelstuk zijn dat er op papier veelbelovend uitzag.
Iets met caravans, vrouwen en verstikking.
'Enig,' zei ik tegen de Zwager die eigenlijk niet zoveel zin had.
Drie kwartier later zaten we aan de koffie in een loods op een industrieterrein.
Het rook er naar aangebrande pizza's.
Verrassend.
Het publiek werd op ludieke wijze opgedeeld in 4 groepjes.
De Kale kwam daardoor in een roze caravan terecht.
Vooraan.
We konden hem allemaal erg goed zien zitten.
Hij zat er mooi.
Zwager, Zus en ik hebben veel naar hem gekeken.
Hij was namelijk interessanter dan het hele stuk bij elkaar.
Man, man, man, wat was het een slecht stuk.
Erbarmelijk!
Ik schaamde me dood dat ik dit uitje verzonnen had
'Mag ik alsjeblieft naar huis?' vroeg de Zwager toen het eindelijk afgelopen was.
'Nog niet,' zei ik, 'eerst drinken we nog een potje bier. Om de boel te vergeten.'
Tja.
Nou.
Eh.
Het was dus een sof, alles.
Het stuk, de polder en het publiek.
We zijn naar huis gegaan, aan de keukentafel beland en gaan drinken.
Rode wijn, rosé en amaretto.
En gaan eten.
Crackers, toost, pesto, kaas, hagelslag en worst.
En toen werd het toch best nog een leuke avond.
'Morgen heb ik een dagje strand verzonnen,' zei ik bij het zwaaien. 'Misschien dat jullie...'
Maar verder kwam ik niet.
Zwager en Zus renden heel hard weg, en de Kale riep dat ik binnen moest komen.
Subiet.
En dat ik even helemaal niets meer mocht verzinnen.
Dat ik gewoon moest gaan slapen.
Tja.
En dat heb ik dan ook braaf gedaan.
Dat had ie wel verdiend.
vrijdag 23 september 2011
werkstuk
Waar ben ik geweest
Ik was gisteren in Amsterdam.
Ik moest daar zijn vanwege een boekpresentatie.
Niet die van mij, maar die van een collega.
Zie hier een verslag daarvan.
Ik vind zulke bijeenkomsten best wel moeilijk.
Vaak zijn er te veel mensen op een te klein oppervlak.
En ik weet nooit wie wie is.
Ik voel me altijd heel erg stom bij zulke gelegenheden.
Verschillen tussen Amsterdam en Harderwijk
In Amsterdam is het drukker dan in Harderwijk.
Er is ook meer te doen dan in Harderwijk.
En er is meer verkeer dan in Harderwijk.
Als je niet uitkijkt word je overreden.
Overreden worden lijkt me niet leuk.
Ik denk dat dat erg zeer doet.
Tien op de schaal van tien.
Verkeer
Er rijden trams in Amsterdam.
Ze gaan af en aan.
Als je eenmaal weet hoe ze werken, zijn ze best handig.
Er zijn draaischijven in een tram.
Het is een kunst om daar stabiel op te blijven staan en charmant te blijven lachen.
Als er mensen in de weg staan, kun je je daar gewoon dwars doorheen duwen.
Je bent echt geen uitzondering als je dat doet.
Maaltijd
Veel mensen eten iets op straat.
Niet iedereen eet altijd even netjes.
Er zijn er bij die smakken en grommen en likken of proppen.
Etende mensen zijn zelden aangenaam om naar te kijken.
Als je er lang naar kijkt, kun je er zelfs een beetje misselijk van worden.
Shoppen
Er is veel meuk te koop.
Qua kleren vooral.
En ook veel duurs, vooral op de PC Hoofdstraat.
Ik weet even niet of de PC Hoofdstraat nou met een d of met een t moet.
Ik gokte de d, van duur, maar dat bleek bij checken niet goed te zijn.
Dus is het PC Hooftstraat, met de t van tjonge jonge.
Het is een straat met hele dure winkels.
Het voelt ongemakkelijk om alleen al door de etalage te koekeloeren.
Ik heb een boek gekocht bij een boekhandel die alleen maar boeken met foto's verkoopt.
Er schijnt ook een boek van mannen met grote p.enissen te zijn.
Helaas heb ik die niet gevonden en dus niet doorgebladerd.
Een voorproefje ervan zag ik van de week wel in de volkskrant.
Het was een foto van een meneer met een grote zwarte bril.
Die meneer had een wit hemd aan en verder niets.
Hij had een knoeperd van een Jodokus Kwak.
Die foto heb ik uitgeknipt en in het wc-schrift geplakt.
Ik weet niet waarom ik dat heb gedaan.
Ik vond die bril mooi, denk ik.
Conclusie
Amsterdam was okee.
Ik ga gauw nog een keer.
Maar dan doe ik 't anders.
Dan ga ik lekker met een vriendin of zo.
Beetje fietsen, beetje niks doen.
En niet meer naar een presentatie.
Die gaan ook wel door zónder mij.
Ik was gisteren in Amsterdam.
Ik moest daar zijn vanwege een boekpresentatie.
Niet die van mij, maar die van een collega.
Zie hier een verslag daarvan.
Ik vind zulke bijeenkomsten best wel moeilijk.
Vaak zijn er te veel mensen op een te klein oppervlak.
En ik weet nooit wie wie is.
Ik voel me altijd heel erg stom bij zulke gelegenheden.
Verschillen tussen Amsterdam en Harderwijk
In Amsterdam is het drukker dan in Harderwijk.
Er is ook meer te doen dan in Harderwijk.
En er is meer verkeer dan in Harderwijk.
Als je niet uitkijkt word je overreden.
Overreden worden lijkt me niet leuk.
Ik denk dat dat erg zeer doet.
Tien op de schaal van tien.
Verkeer
Er rijden trams in Amsterdam.
Ze gaan af en aan.
Als je eenmaal weet hoe ze werken, zijn ze best handig.
Er zijn draaischijven in een tram.
Het is een kunst om daar stabiel op te blijven staan en charmant te blijven lachen.
Als er mensen in de weg staan, kun je je daar gewoon dwars doorheen duwen.
Je bent echt geen uitzondering als je dat doet.
Maaltijd
Veel mensen eten iets op straat.
Niet iedereen eet altijd even netjes.
Er zijn er bij die smakken en grommen en likken of proppen.
Etende mensen zijn zelden aangenaam om naar te kijken.
Als je er lang naar kijkt, kun je er zelfs een beetje misselijk van worden.
Shoppen
Er is veel meuk te koop.
Qua kleren vooral.
En ook veel duurs, vooral op de PC Hoofdstraat.
Ik weet even niet of de PC Hoofdstraat nou met een d of met een t moet.
Ik gokte de d, van duur, maar dat bleek bij checken niet goed te zijn.
Dus is het PC Hooftstraat, met de t van tjonge jonge.
Het is een straat met hele dure winkels.
Het voelt ongemakkelijk om alleen al door de etalage te koekeloeren.
Ik heb een boek gekocht bij een boekhandel die alleen maar boeken met foto's verkoopt.
Er schijnt ook een boek van mannen met grote p.enissen te zijn.
Helaas heb ik die niet gevonden en dus niet doorgebladerd.
Een voorproefje ervan zag ik van de week wel in de volkskrant.
Het was een foto van een meneer met een grote zwarte bril.
Die meneer had een wit hemd aan en verder niets.
Hij had een knoeperd van een Jodokus Kwak.
Die foto heb ik uitgeknipt en in het wc-schrift geplakt.
Ik weet niet waarom ik dat heb gedaan.
Ik vond die bril mooi, denk ik.
Conclusie
Amsterdam was okee.
Ik ga gauw nog een keer.
Maar dan doe ik 't anders.
Dan ga ik lekker met een vriendin of zo.
Beetje fietsen, beetje niks doen.
En niet meer naar een presentatie.
Die gaan ook wel door zónder mij.
maandag 19 september 2011
koeigeknoei
Ik was in het bos met de Kale.
'Er loopt hier een kudde wilde koeien rond. Wat doe je voor me als er één op me af komt?' vroeg ik hem.
'Dan red ik je,' zei hij.
'Hoe dan?'
'Ik zeg gewoon boe.'
'Okee. Da's dapper. En je moet 'm tussen de ogen spugen,' vulde ik aan. 'Dat helpt bij wilde zwijnen, dus vast ook bij koeien.'
'Doe ik voor jou,' zei de Kale, 'dat heb ik wel bij me vandaag.'
We liepen en liepen, gingen door een hekje heen en zagen een heuveltje.
'Daarachter is de hei,' riep ik blij. Ik kloste de heuvel op en stond oog in oog met een grote zwarte krullerige koe.
'Hoi koe,' zei ik zo aardig en opgewekt mogelijk terwijl ik stil bleef staan. Achter hem zag ik er nóg één staan, maar die was rustig aan het grazen en leek me niet in de gaten te hebben.
De koe tegenover me keek me aan. Hij boog zijn hoofd, snoof en deed een joekel van een uitval naar me. Het dreunde door de grond.
'Whaaah,' gilde ik.
'Whaah,' gilde ook de Kale.
Ik draaide me om en rende als een speer het heuveltje af. Met knikkende knieen en luid bonzend hart keek ik naar het grote zwarte gevaarte dat een paar meter verderop nog steeds stond te dreigen.
'Idioot,' beet de Kale me toe, 'gil niet zo. Ik schrok me dood van je.'
'Hij wou me aanvallen.'
'Nietes.'
'Welles.'
'Wacht maar,' stelde de Kale me gerust, 'ik vraag wel even of we er langs mogen. Je moet vriendelijk blijven bij zo'n beestje. Het is maar een koe, schatje.'
'Een stier is het,' zei ik, wijzend op z'n pluimpje.
De Kale, mijn held, mijn redder, mijn rots in de branding, liep kloek naar boven, vastbesloten het pad te effenen.
Maar.
De koe die geen koe was en dus een stiertje bleek te zijn, was niet van plan om hem er ook maar één pas langs te laten. Sterker nog, hij snoof weer, schraapte met zijn poten over de grond, boog zijn hoofd en dreunde dreigend naar voren.
'Whaaah,' gilde de Kale. Hij sprong achteruit en wist niet hoe snel hij weer terug moest rennen.
'Dat is geen lief stiertje,' zei hij terwijl hij zich het zweet van de kop wiste.
De stier stond bovenaan de heuvel, groot, stoer, sterk en zwart.
'Kom, we lopen er met een grote boog omheen,' besloot de Kale na enig nadenken.
'Beter,' zei ik.
We liepen door de soppige heidegrond en memoreerden wat er was gebeurd.
Ik kreeg enorm de slappe lach, zag ons steeds weer gillen en springen en rennen en bang zijn.
En toen dat over was, verweet ik de Kale dat ie vergeten was te spugen en daarom geen echte kloeke redder was geweest.
'Hmmpf,' gromde de Kale, waarop hij een stok zocht om alle verdere mogelijke aanvallen te pareren. Maar die hadden we niet meer nodig, want de kudde bleef godzijdank een heel eind uit de buurt.
'Er loopt hier een kudde wilde koeien rond. Wat doe je voor me als er één op me af komt?' vroeg ik hem.
'Dan red ik je,' zei hij.
'Hoe dan?'
'Ik zeg gewoon boe.'
'Okee. Da's dapper. En je moet 'm tussen de ogen spugen,' vulde ik aan. 'Dat helpt bij wilde zwijnen, dus vast ook bij koeien.'
'Doe ik voor jou,' zei de Kale, 'dat heb ik wel bij me vandaag.'
We liepen en liepen, gingen door een hekje heen en zagen een heuveltje.
'Daarachter is de hei,' riep ik blij. Ik kloste de heuvel op en stond oog in oog met een grote zwarte krullerige koe.
'Hoi koe,' zei ik zo aardig en opgewekt mogelijk terwijl ik stil bleef staan. Achter hem zag ik er nóg één staan, maar die was rustig aan het grazen en leek me niet in de gaten te hebben.
De koe tegenover me keek me aan. Hij boog zijn hoofd, snoof en deed een joekel van een uitval naar me. Het dreunde door de grond.
'Whaaah,' gilde ik.
'Whaah,' gilde ook de Kale.
Ik draaide me om en rende als een speer het heuveltje af. Met knikkende knieen en luid bonzend hart keek ik naar het grote zwarte gevaarte dat een paar meter verderop nog steeds stond te dreigen.
'Idioot,' beet de Kale me toe, 'gil niet zo. Ik schrok me dood van je.'
'Hij wou me aanvallen.'
'Nietes.'
'Welles.'
'Wacht maar,' stelde de Kale me gerust, 'ik vraag wel even of we er langs mogen. Je moet vriendelijk blijven bij zo'n beestje. Het is maar een koe, schatje.'
'Een stier is het,' zei ik, wijzend op z'n pluimpje.
De Kale, mijn held, mijn redder, mijn rots in de branding, liep kloek naar boven, vastbesloten het pad te effenen.
Maar.
De koe die geen koe was en dus een stiertje bleek te zijn, was niet van plan om hem er ook maar één pas langs te laten. Sterker nog, hij snoof weer, schraapte met zijn poten over de grond, boog zijn hoofd en dreunde dreigend naar voren.
'Whaaah,' gilde de Kale. Hij sprong achteruit en wist niet hoe snel hij weer terug moest rennen.
'Dat is geen lief stiertje,' zei hij terwijl hij zich het zweet van de kop wiste.
De stier stond bovenaan de heuvel, groot, stoer, sterk en zwart.
'Kom, we lopen er met een grote boog omheen,' besloot de Kale na enig nadenken.
'Beter,' zei ik.
We liepen door de soppige heidegrond en memoreerden wat er was gebeurd.
Ik kreeg enorm de slappe lach, zag ons steeds weer gillen en springen en rennen en bang zijn.
En toen dat over was, verweet ik de Kale dat ie vergeten was te spugen en daarom geen echte kloeke redder was geweest.
'Hmmpf,' gromde de Kale, waarop hij een stok zocht om alle verdere mogelijke aanvallen te pareren. Maar die hadden we niet meer nodig, want de kudde bleef godzijdank een heel eind uit de buurt.
donderdag 15 september 2011
groeten en een zoen
Helemaal ondersteboven van jou
stuurde ik je vanaf het strand
zilte zoenen en zoete groeten
Eenmaal thuis
moest ik mijn haren wassen, want
mijn kop zat vol met zand
woensdag 14 september 2011
Lamaarlekkereffewaaien
Wind waait weg
waait hard
waait schoon
wind went waarachtig nooit
eigenwijze wind
wil niet liggen
maar razen,
rennen, blazen
tot ie op is
en stil,
niet meer kan
of niet meer wil
van wind naar stilte
en daartussen
zit de storm
waait hard
waait schoon
wind went waarachtig nooit
eigenwijze wind
wil niet liggen
maar razen,
rennen, blazen
tot ie op is
en stil,
niet meer kan
of niet meer wil
van wind naar stilte
en daartussen
zit de storm
maandag 12 september 2011
nog heel even geduld aub
De nieuwe laptop is er, maar niets doet het zoals ik gewend ben. Post wordt niet verzonden, ik ontvang niet al mijn email meer, en wat ik ontvang staat op een onmogelijke manier in beeld in verschillende mappen. Mijn bestanden zijn nog niet overgezet en ik heb geen idee waar welk knopje zit en waarom het aan of uit moet. Kortom, ik word er KANARIE van.
Mocht u op mail zitten wachten van mij, dan kan dat kloppen. Heb nog heel even geduld alstublieft, ik kom vanzelf bij u terug.
Aaaaargh!!!
Mocht u op mail zitten wachten van mij, dan kan dat kloppen. Heb nog heel even geduld alstublieft, ik kom vanzelf bij u terug.
Aaaaargh!!!
vrijdag 9 september 2011
Over een machine en Wibi
Er staat een machine te ronken op straat. Ik weet niet wat voor machine het is, ik heb 'm nog niet bekeken, maar het lijkt me een hakselaarof zoiets. Er gaat volgens mij iets in dat er kapot weer uit komt, want ik hoor steeds iets knappen. Iets van takken. Niet voortdurend, het knapt niet voortdurend, en soms is het geluid ook uit. Het basisgeluid klinkt zoals een grasmaaimachine klinkt, althans de onze, maar het kan de onze niet zijn, want de Kale zit aan tafel mijn nieuwe computer te installeren en ik lig even op bed en heb beslist geen grasmaaimachine bij de hand hier.
Ik heb net naar 'Onder Wibi's vleugels' gekeken en zit, pardon, líg, nu dus dit stukje te typen. De kinderen zijn op school, althans, dat neem ik aan, en dus ga ik er van uit dat onze grasmaaimachine gewoon in onze schuur hangt. Maar wat het precies is wat daar buiten staat te ronken?
Wibi draagt trouwens handschoenen. Zwarte. Ik vraag me, sinds ik dat weet, voortdurend af of hij ze 's nachts in bed ook draagt. Of op de wc, als hij zijn billen af moet vegen. Of tijdens het koken. Maar eigenlijk hoef ik me daar helemaal niet mee bezig te houden, want het zou me aan mijn reet moeten roesten wat Wibi al of niet met z'n handschoenen doet.
Ik zou overigens wel erg raar opkijken als de Kale ineens voortdurend met zwarte handschoentjes door het huis zou gaan lopen. Dan zou ik er beslist een opmerking over maken. Bij Wibi niet. Ik ken hem niet. Hij kan wel mooi piano spelen vind ik.
Misschien hoort het er allemaal bij, bij een leven als pianist. Wibi zei dat hij ook nog nooit bier had gehad. Hij nam in deel 2 een eerste slok, ook met de handschoentjes nog aan. En met een Kermit de Kikkerknuffel in zijn armen. Daarna zwalkte hij wiebelig uit beeld. Ik kon niet zo goed zien of hij het nou uitspuugde of niet.
De machine maakt nu geen geluid meer. Ik ga zo even naar buiten om te kijken wat het nou was.
Ik heb net naar 'Onder Wibi's vleugels' gekeken en zit, pardon, líg, nu dus dit stukje te typen. De kinderen zijn op school, althans, dat neem ik aan, en dus ga ik er van uit dat onze grasmaaimachine gewoon in onze schuur hangt. Maar wat het precies is wat daar buiten staat te ronken?
Wibi draagt trouwens handschoenen. Zwarte. Ik vraag me, sinds ik dat weet, voortdurend af of hij ze 's nachts in bed ook draagt. Of op de wc, als hij zijn billen af moet vegen. Of tijdens het koken. Maar eigenlijk hoef ik me daar helemaal niet mee bezig te houden, want het zou me aan mijn reet moeten roesten wat Wibi al of niet met z'n handschoenen doet.
Ik zou overigens wel erg raar opkijken als de Kale ineens voortdurend met zwarte handschoentjes door het huis zou gaan lopen. Dan zou ik er beslist een opmerking over maken. Bij Wibi niet. Ik ken hem niet. Hij kan wel mooi piano spelen vind ik.
Misschien hoort het er allemaal bij, bij een leven als pianist. Wibi zei dat hij ook nog nooit bier had gehad. Hij nam in deel 2 een eerste slok, ook met de handschoentjes nog aan. En met een Kermit de Kikkerknuffel in zijn armen. Daarna zwalkte hij wiebelig uit beeld. Ik kon niet zo goed zien of hij het nou uitspuugde of niet.
De machine maakt nu geen geluid meer. Ik ga zo even naar buiten om te kijken wat het nou was.
donderdag 8 september 2011
juffertje ongeduld
Ik zou best een vrolijk stukje willen schrijven, maar het zit er even niet in. Geen idee wat er loos is, maar het lukt gewoon even niet. Misschien is het de naderende herfst, misschien is het de diepe rimpel in mijn voorhoofd die ik gisteren opeens zag en waarvan ik weet dat ie nooit, maar dan echt nooit meer weggaat, misschien is het de regen, de donker wordende dagen, misschien is het heimwee naar weet ik veel wat, misschien is het een staartje van de koorts, misschien is het een naderende midlifecrisis, misschien is het gewoon normaal, misschien is het nodig ergens voor, misschien is het een stilte voor de storm. Zoals gezegd, ik heb geen idee, maar lastig vind ik het wel. Ik hoop dat het niet al te lang gaat duren, want ik ben het al behoorlijk zat. Ongeduldig meisje ben ik.
dinsdag 6 september 2011
te weinig jij
Die blouse,
ik zag je blouse,
die witte
die mooie
je weet wel
Die blik
kijk dan,
die man kijkt hetzelfde als jij,
precies hetzelfde als jij.
met die ogen
dezelfde kleur
god, hoe is het mogelijk
als twee druppels water
Die lach
die lippen
hoe die vrouw haar sigaret aansteekt
en langs haar lippen likt
zo deed jij ook
altijd
zo deed je altijd
echt waar
Als ik alles wat me doet herinneren aan jou
op een rijtje leg
of er een nieuw mens van knutsel
dan nog
dan nóg heb ik jou er niet mee terug
Niet precies in ieder geval,
altijd maar een heel klein beetje
en altijd veel te weinig
ik zag je blouse,
die witte
die mooie
je weet wel
Die blik
kijk dan,
die man kijkt hetzelfde als jij,
precies hetzelfde als jij.
met die ogen
dezelfde kleur
god, hoe is het mogelijk
als twee druppels water
Die lach
die lippen
hoe die vrouw haar sigaret aansteekt
en langs haar lippen likt
zo deed jij ook
altijd
zo deed je altijd
echt waar
Als ik alles wat me doet herinneren aan jou
op een rijtje leg
of er een nieuw mens van knutsel
dan nog
dan nóg heb ik jou er niet mee terug
Niet precies in ieder geval,
altijd maar een heel klein beetje
en altijd veel te weinig
maandag 5 september 2011
uitkijken geblazen
De Kale zei dat ik een nieuwe moest.
'Een nieuwe man?' vroeg ik, en ik kon nog net voorkomen niet al te hoopvol te klinken.
'Nee, muts, een computer,' gromde hij.
'Maar dat vind ik lastig,' mokte ik.
'Weet ik. En ik weet nu ook al dat ik jóu heel lastig vind als je een nieuwe moet.'
'Dus?'
'Dus bestellen we er meteen eentje, dan hebben we 't zo snel mogelijk achter de rug,' zei hij kordaat.
'Goed,' zei ik, en prompt kreeg ik het hele weekend koorts en droomde ik over kwijtgeraakte bestanden en nog een heleboel meer ellende. Kale bestelde een computer en bad dat ie er sneller dan snel zou zijn.
Vandaag is het maandag.
Nog geen nieuwe computer natuurlijk.
Maar!
De koorts is gezakt, ik doe weer mee aan het openbare leven, en outlook doet helegaar niets meer, om over Words nog maar te zwijgen. En nee, natuurlijk werkte ik niet met een illegale versie, dames en heren, dat verzond Words al jaren al uit z'n irri-irrit-irri Tante Duim.
Ik werk nu op de computer van de Kale en probeer intussen best nog rustig te blijven, gewoon door te ademen en niet met spulletjes te smijten. Gelukkig heb ik schatten van kinderen die van bepaalde zaken een puinhoop maken, dus kan ik me lekker op hun afreageren. De Kale is gaan werken en zit tussendoor voortdurend met gevouwen handen te prevelen of het pakketje alsjeblieft, heel erg alsjeblieft vandaag misschien al komt. Of anders morgen.
Dus.
Tja.
Zo een beetje.
Kijk u maar uit voor mij.
'Een nieuwe man?' vroeg ik, en ik kon nog net voorkomen niet al te hoopvol te klinken.
'Nee, muts, een computer,' gromde hij.
'Maar dat vind ik lastig,' mokte ik.
'Weet ik. En ik weet nu ook al dat ik jóu heel lastig vind als je een nieuwe moet.'
'Dus?'
'Dus bestellen we er meteen eentje, dan hebben we 't zo snel mogelijk achter de rug,' zei hij kordaat.
'Goed,' zei ik, en prompt kreeg ik het hele weekend koorts en droomde ik over kwijtgeraakte bestanden en nog een heleboel meer ellende. Kale bestelde een computer en bad dat ie er sneller dan snel zou zijn.
Vandaag is het maandag.
Nog geen nieuwe computer natuurlijk.
Maar!
De koorts is gezakt, ik doe weer mee aan het openbare leven, en outlook doet helegaar niets meer, om over Words nog maar te zwijgen. En nee, natuurlijk werkte ik niet met een illegale versie, dames en heren, dat verzond Words al jaren al uit z'n irri-irrit-irri Tante Duim.
Ik werk nu op de computer van de Kale en probeer intussen best nog rustig te blijven, gewoon door te ademen en niet met spulletjes te smijten. Gelukkig heb ik schatten van kinderen die van bepaalde zaken een puinhoop maken, dus kan ik me lekker op hun afreageren. De Kale is gaan werken en zit tussendoor voortdurend met gevouwen handen te prevelen of het pakketje alsjeblieft, heel erg alsjeblieft vandaag misschien al komt. Of anders morgen.
Dus.
Tja.
Zo een beetje.
Kijk u maar uit voor mij.
vrijdag 2 september 2011
aaaaargh
Of ik ergens de pest over in had, vroeg een vriend van me die een stukje met me opfietste.
'Ja,' gromde ik. 'M'n computer heeft kuren. Hij loopt steeds vast bij Worddocumenten. Ik kan onmogelijk werken, raak alles kwijt en moet steeds tien minuten wachten voordat ie weer iets kan. Mails moet ik zesendertig keer overtypen, ZESENDERTIG keer, weet je hoe bijzonder rot dat is, zesendertig keer hetzelfde proberen te vertellen, en dan nóg ploept 't bericht vervlolgens zomaar weg. Daarom fiets ik hier nu. Ik moet afkoelen en boodschappen doen. En wachten totdat dat rotding het weer doet.'
Wel, de computer doet 't nog steeds niet.
Jawel, hij doet 't wel, maar niet goed.
Heel erg niet goed.
Ik denk dat ik een nieuwe moet.
Of dat ik Words opnieuw moet installeren, want hij zegt dat ik geen legitieme versie heb.
Dat roept hij al jaren eigenlijk, maar nu meent ie het.
Zucht.
En nu moet ik wachten.
Wachten tot de Kale actie onderneemt.
Want die moet het fixen, dat begrijpt u natuurlijk wel.
En tot die tijd kan ik niet werken.
Dus moet ik nu een terrasje op, vrees ik, en wat troostbammetjes kroket bestellen.
Vreselijk.
'Ja,' gromde ik. 'M'n computer heeft kuren. Hij loopt steeds vast bij Worddocumenten. Ik kan onmogelijk werken, raak alles kwijt en moet steeds tien minuten wachten voordat ie weer iets kan. Mails moet ik zesendertig keer overtypen, ZESENDERTIG keer, weet je hoe bijzonder rot dat is, zesendertig keer hetzelfde proberen te vertellen, en dan nóg ploept 't bericht vervlolgens zomaar weg. Daarom fiets ik hier nu. Ik moet afkoelen en boodschappen doen. En wachten totdat dat rotding het weer doet.'
Wel, de computer doet 't nog steeds niet.
Jawel, hij doet 't wel, maar niet goed.
Heel erg niet goed.
Ik denk dat ik een nieuwe moet.
Of dat ik Words opnieuw moet installeren, want hij zegt dat ik geen legitieme versie heb.
Dat roept hij al jaren eigenlijk, maar nu meent ie het.
Zucht.
En nu moet ik wachten.
Wachten tot de Kale actie onderneemt.
Want die moet het fixen, dat begrijpt u natuurlijk wel.
En tot die tijd kan ik niet werken.
Dus moet ik nu een terrasje op, vrees ik, en wat troostbammetjes kroket bestellen.
Vreselijk.
Abonneren op:
Posts (Atom)