Pagina's

maandag 19 september 2011

koeigeknoei

Ik was in het bos met de Kale.
'Er loopt hier een kudde wilde koeien rond. Wat doe je voor me als er één op me af komt?' vroeg ik hem.
'Dan red ik je,' zei hij.
'Hoe dan?'
'Ik zeg gewoon boe.'
'Okee. Da's dapper. En je moet 'm tussen de ogen spugen,' vulde ik aan. 'Dat helpt bij wilde zwijnen, dus vast ook bij koeien.'
'Doe ik voor jou,' zei de Kale, 'dat heb ik wel bij me vandaag.'
We liepen en liepen, gingen door een hekje heen en zagen een heuveltje.
'Daarachter is de hei,' riep ik blij. Ik kloste de heuvel op en stond oog in oog met een grote zwarte krullerige koe.
'Hoi koe,' zei ik zo aardig en opgewekt mogelijk terwijl ik stil bleef staan. Achter hem zag ik er nóg één staan, maar die was rustig aan het grazen en leek me niet in de gaten te hebben.
De koe tegenover me keek me aan. Hij boog zijn hoofd, snoof en deed een joekel van een uitval naar me. Het dreunde door de grond.
'Whaaah,' gilde ik.
'Whaah,' gilde ook de Kale.
Ik draaide me om en rende als een speer het heuveltje af. Met knikkende knieen en luid bonzend hart keek ik naar het grote zwarte gevaarte dat een paar meter verderop nog steeds stond te dreigen.
'Idioot,' beet de Kale me toe, 'gil niet zo. Ik schrok me dood van je.'
'Hij wou me aanvallen.'
'Nietes.'
'Welles.'
'Wacht maar,' stelde de Kale me gerust, 'ik vraag wel even of we er langs mogen. Je moet vriendelijk blijven bij zo'n beestje. Het is maar een koe, schatje.'
'Een stier is het,' zei ik, wijzend op z'n pluimpje.
De Kale, mijn held, mijn redder, mijn rots in de branding, liep kloek naar boven, vastbesloten het pad te effenen.
Maar.
De koe die geen koe was en dus een stiertje bleek te zijn, was niet van plan om hem er ook maar één pas langs te laten. Sterker nog, hij snoof weer, schraapte met zijn poten over de grond, boog zijn hoofd en dreunde dreigend naar voren.
'Whaaah,' gilde de Kale. Hij sprong achteruit en wist niet hoe snel hij weer terug moest rennen.
'Dat is geen lief stiertje,' zei hij terwijl hij zich het zweet van de kop wiste.
De stier stond bovenaan de heuvel, groot, stoer, sterk en zwart.
'Kom, we lopen er met een grote boog omheen,' besloot de Kale na enig nadenken.
'Beter,' zei ik.
We liepen door de soppige heidegrond en memoreerden wat er was gebeurd.
Ik kreeg enorm de slappe lach, zag ons steeds weer gillen en springen en rennen en bang zijn.
En toen dat over was, verweet ik de Kale dat ie vergeten was te spugen en daarom geen echte kloeke redder was geweest.
'Hmmpf,' gromde de Kale, waarop hij een stok zocht om alle verdere mogelijke aanvallen te pareren. Maar die hadden we niet meer nodig, want de kudde bleef godzijdank een heel eind uit de buurt.

8 opmerkingen:

Hettie zei

Hahaha, mooi beeldend beschreven :-) waren het Schotse Hooglanders?

Anoniem zei

Hihihihi, wat een held. Ik was ook gaan gillen hoor. Dat doe ik al bij een wesp!

Sylvia zei

Wow, survivalen in eigen land. Het moet niet gekker worden!

Sannah zei

Owow zeg, spannende belevenis. Maar haha toch ook wel n leuk verhaal ... Voor jou inmiddels toch ook wel

Roelien zei

Aaaargh dat is toch best wel eng.....

Saralien zei

Oef, ik houd het liever bij beesten achter een groot hek. Spannend verhaal, dat wel.

Unknown zei

Geweldig! Die Kale, ik had hem toch wat stoerder ingeschat ;)

Christa zei

ha ha ha ha In zulke gevallen had ik zeer waarschijnlijk hetzelfde gedaan. J. zegt nu tegen me dat hij kssssst gezegd zou hebben... ook heel stoer!? Dat zei ik vroeger toen ik nog op de kleuterschool zat tegen katten waar ik toentertijd ook nog heel bang voor was.