In Sloten, een man en een vrouw aan een tafeltje, middelbare leeftijd, allebei een klepbril op. Zonneglazen omhoog geklapt, als particuliere zonneschermpjes.
Ze aten een broodje, hij paling, zij zalm.
Ze zeiden niet veel, aten aandachtig, namen kleine slokjes koffie.
Toen boog de man met mes en vork over de tafel en sneed een stukje van haar brood.
Ik dacht dat hij een hapje wilde van haar, maar hij stak niets in zijn mond en sneed het hele broodje in hapklare stukken.
'Dankjewel,' zei de vrouw.
De man knikte en keek hoe ze haar broodje verder at.
Dat is liefde, dacht ik, als bij toverslag ontroerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten