Pagina's

dinsdag 6 november 2012

aan een ramp ontsnapt of dom geweest

Het was nog donker vanmorgen toen ik in de auto stapte om twee vriendinnen naar Schiphol te brengen. Het opgewonden spul eenmaal veilig bij de douane afgeleverd, was ik alweer op weg naar de auto (Row 55, Drawbridge, P1) toen ik personeel van Malaysia Airlines zag lopen. Voor ik wist wat ik precies deed, en vooral waaróm, draaide ik me om en was ik het bord Arrivals aan het checken op Denpasar of Singapore.
Over een half uurtje zou ik mooie Indonesiche mensen kunnen zien, dacht ik, en hop, daar was ik al op weg naar Gate 3.
In plaats van de grote cappucino die ik had besteld, op te drinken, slobberde ik een bijzonder bakkie fantasie. Ik mijmerde over hoe het zou zijn als ik hier stond om Ketut op te wachten, bijvoorbeeld, hoe ik hem Nederland zou laten zien, hoe koud hij het zou hebben hier, hoe m'n hele dolfijnenserie toch doorging en ik daarmee geld en/of mogelijkheden genereerde voor zijn gezin daar, ach, ik mijmerde maar wat voor me uit, een beetje dom misschien, of kinderachtig, belachelijk ook wel, ik weet niet, het was gewoon nog vroeg en Schiphol ging met me op de loop.
Anyway, zo in gedachten verzonken keek ik naar een meisje op gympen dat rondliep met een koptelefoon op haar hoofd. Een leuk ding was het, haar blonde haar in een slordige knot achterop haar hoofd geplakt. Ze stapte op alle wachtende mensen af, en aan hoe ze haar mond bewoog, kon ik zien dat ze begon met de vraag: mag ik u iets vragen? Ze was steeds kort in gesprek met diegene en na een stuk of 5 mensen gesproken te hebben, liep ze een beetje weg en sprak ze iets in in één of ander microfoontje. Dat proces herhaalde zich een aantal keer.
Zij scant mensen, dacht ik opeens, ze scant ze ergens voor, en met dat ik dat dacht, zag ik een camera voorbij vliegen, hóp, op een meneer af die ze zojuist gesproken had.
Och nee, Hello Goodbye natuurlijk, dacht ik. Ik speurde om me heen om te kijken of ik Joris Linssen zag, en ja hoor, daar stond hij, niet heel ver van me vandaan.
Opeens kreeg ik het Spaans benauwd.
Oh shit, dacht ik, niet naar mij komen, niet naar mij, alsjeblieft, kom niet naar mij. Ik wil niet betrapt worden tijdens het wachten op niemand, ik wil niet dat televisiekijkend Nederland weet dat ik hier vandaag gewoon maar wat sta te staan, verzonken in gedachten, verloren in fantasie.
Ik wist niet hoe snel ik af moest rekenen en ongezien moest verdwijnen. Ik dook achter een pilaar, wachtte een paar seconden en toen ik het vermoeden had dat het meisje, al dan niet per ongeluk, een paar stappen naar me toe deed, draaide ik me razendsnel om en liep ik weg.
Niet kijken, niet kijken, dacht ik, doorlopen en wegwezen, mind your step, mind your step.
Eenmaal in de auto en weer volledig bij zinnen, bedacht ik dat het eigenlijk best mooie reclame voor m'n boek had kunnen zijn, zo'n mijmerende, zich enigszins miskend voelende schrijfster die willens en wetens wacht op niets of niemand, daar in de vroegte, in die langzaam op gang komende aankomsthal.






3 opmerkingen:

Sannah zei

Ah, doen ze dat zo.
Nah, je hebt in elk geval een mooi verhaal voor je blog :-)

Sabine zei

Gemiste kans ;-)

Peet zei

Aah, en dit hadden we allemaal gemist, daar aan de andere kant van de douane. Het was zo leuk geweest als we in ons appartementje op BVD plotseling Mevrouw Margriet hadden gezien ipv Boer zoekt Vrouw.